Natuurgeneeskunde bestaat al zolang de mens bestaat. De mens is onderdeel van de natuur en heeft zodoende altijd van planten, mineralen en dieren gebruik gemaakt om te overleven in tijden van ziekte en gezondheid.
In voorgaande eeuwen waren artsen vaak te ver weg om de kleine afgelegen dorpen op het platteland op tijd te kunnen bereiken. Niet alleen was hulp soms dagenlang onderweg maar was een doktersbezoek ook veel te kostbaar voor arme boeren en arbeiders. Daarom was het vanzelfsprekend dat mensen bij wijze, kundige dorpsgenoten te rade gingen bij gezondheidsproblemen. Dorpsvrouwen hielpen elkaar tijdens bevallingen, het verzorgen van zieke kinderen en ouderen.
Volksgeneeskunde, geneeskunde toegepast door het volk zelf is dus altijd onderdeel geweest van het dagelijks leven. Naarmate de kerk steeds meer invloed kreeg, werd helaas veel kennis over de helende natuur verborgen voor het volk. God bepaalde en was de enige die kon beslissen of je ziek werd of gezond bleef. De heidense (natuurwijze) volksvrouwen die zich met natuurheelkunde bezig hielden, werden verdacht van hekserij oftewel het werk van de duivel. Verketterd en gemarteld gingen vele vrouwen zonder recht of reden op de brandstapel.
Monniken en nonnen zorgden voor zieke mensen en teelden geneeskrachtige kruiden in de botanische tuin die steevast bij het klooster hoorde. De kruidenkamer van het klooster, waar de kruiden te drogen hingen en werden bewaard, werd de ‘officina’ genoemd. Vandaar dat de Latijnse naam van veel kruiden eindigt met ‘officinalis’ of ‘officinale’. Denk daarbij aan Taraxacum officinale (paardebloem) of Rosmarinus officinalis L. (rozemarijn). Kruidengeneeskunde is inmiddels uitgegroeid tot de specialisatie fytotherapie en wordt tot op de dag van vandaag toegepast in de natuurgeneeskunde.
Met de opkomst van de geneeskunde zoals we die nu kennen, met een wetenschappelijke grondslag en onlosmakelijk verbonden met de farmaceutische industrie, is geneeskunst door middel van kruiden op de achtergrond geraakt. Volksgeneeskunde behoorde in de 20e eeuw slechts tot de ‘huis-tuin-en-keukenmiddeltjes, natuurlijk leven was ‘geitewollensokken’ en vrouwen met eeuwenoude kennis over de natuur werden denigrerend ‘kruidenvrouwtjes’ genoemd.
De toon werd nog kwalijker toen natuurgeneeskunde ‘kwakzalverij’ werd genoemd. Inmiddels behorend tot het ‘alternatieve circuit’ werden natuurgeneeskundigen als gevaarlijke oplichters weggezet die misbruik maakten van argeloze of wanhopige, zieke mensen. Dit keer geen kerkelijk dogma maar wederom vele oordelen waar natuurgenezers zich tegen moesten verweren.
Natuurgeneeskunde wordt nog steeds over heel de wereld toegepast. Natuurgenezers, medicijnmannen en sjamanen uit alle windstreken bestaan nog steeds en bieden medische zorg met behulp van krachten uit de natuur. Heling op energetisch en spiritueel vlak behoort ook tot het domein van de hedendaagse natuurgeneeskundige. Dat maakt de natuurgeneeskundige een dokter, sjamaan en geestelijk verzorger in één.
Wat doet de hedendaagse natuurgeneeskundige?
De hele mens en niet alleen de klacht, staat centraal binnen de zogeheten holistische aanpak. Lichaam en geest zijn één. Het zelfgenezend vermogen heelt de mens, niet de dokter of de medicijnen. De chirurg kan de pennen en schroeven heel vakkundig in een gebroken enkel plaatsen en pijnstillers zijn een zegen tijdens de herstelperiode. Maar het lichaam zélf moet bot aanmaken, het bot moet zodanig aangroeien zodat de patiënt weer kan staan en lopen.
De natuurgeneeskundig therapeut heeft ruimte en tijd voor de cliënt, stelt een behandeladvies op en voorziet in begeleiding, zodat de cliënt de verkregen inzichten kan inzetten op weg naar een betere levenskwaliteit. Natuurgeneeskunde is voor mens en dier van alle leeftijden geschikt.
Een persoonlijk, op maat gemaakt behandeladvies kan bestaan uit o.a voedingsadviezen, supplementen, fytotherapie, bloesemremedies, aromatherapie, reinigingskuren, bewegingsadviezen, ontspanningstherapie en gesprekstherapie. Dit is slecht een kleine greep, er zijn vele soorten natuurtherapeuten met ieder hun eigen specialismen en methodes.
Is het veilig?
De kwaliteit binnen het vakgebied wordt goed gereguleerd door middel van o.a strenge selectiecriteria waaronder opleidingseisen, een registratiesysteem, beroepscode, beroepsverenigingen, eisen van de zorgverzekeraar, verplichte bij- en nascholing, een onafhankelijke tuchtrecht- en klachtencommissie, visitaties aan de praktijk, snelgroeiende inzichten en onderzoeken die de beroepsgroep ondersteunen.
Verwar een natuurgeneeskundig therapeut niet met een healthcoach, voedingscoach of voedingsconsulent. Deze disciplines werken in hetzelfde veld maar hebben een andere opleiding, benadering en methodiek. Natuurgeneeskundige is geen beschermde titel.
Een tegenwoordig veelvoorkomende term is ‘integrale geneeskunde’. Deze vorm slaat een brug tussen reguliere en natuurlijke (alternatieve) geneeskunde en streeft naar een combinatie van het beste van beide. Verantwoorde, deskundige ondersteuning tijdens het behandelproces gebaseerd op hoofdzakelijk wetenschappelijke gronden staat hierin centraal. Een relatief nieuwe term is leefstijlgeneeskunde. Regulier is men ervan doordrongen dat een zeer groot deel van patiënten aan klachten lijdt die regelrecht toegeschreven kunnen worden aan een overdadig en verkeerd eetpatroon, te weinig lichaamsbeweging, teveel stress en overprikkeling door een overmaat aan informatie. Een behandelplan binnen leefstijlgeneeskunde behelst meestal een een combinatie van voedingsadviezen, een bewegingsplan en mindfulness.
De oude garde binnen de artsenij begint steeds meer plaats te maken voor een generatie jongere artsen. Ook zijn er meer vrouwelijke artsen dan ooit tevoren. Deze nieuwe generatie wil breder kijken naar oplossingen binnen de gezondheidszorg. Wellicht wordt de strakke scheiding tussen reguliere en complementaire geneeskunde langzaam verleden tijd.
Het kan voorkomen dat je door een multi-disciplinair team (meerdere zorgverleners) wordt behandeld. Dan zijn bijvoorbeeld de huisarts, internist, geriater, diëtist en de fysiotherapeut betrokken bij het behandelplan en wordt er onderling gecommuniceerd over de patiënt. Deze bredere kijk is ook een flinke stap vooruit binnen de zorg. Het verschil tussen multidisciplinair en de holistische aanpak is dat een team uit meerdere personen bestaat. De holistisch therapeut is één behandelaar wat voor de patiënt juist een voordeel kan zijn. Eén persoon kan wellicht nog beter de verbanden zien tussen de verzamelde symptomen en gaat het spirituele vraagstuk niet uit de weg.
Het grootse probleem, daar waar het gaat over ziekte en gezondheid, is dat de mens te ver van de natuur af is komen te staan. We zijn niet meer in sync met het ritme van de natuur.
Er bestaan geen rechte lijnen in de natuur, vertelde mijn kunstgeschiedenisleraar meer dan 30 jaar geleden. Go met de flow, geef je over aan de stroom van het leven, laat de controle wat meer los. Als je leeft naar de wetten van de natuur dan weet de onbegrensde wijsheid van jouw lichaam precies wat het moet doen. Dat is de essentie van natuurgeneeskunde.
Meer leuke interessante informatie over de geschiedenis van de geneeskunde lees je hier.