Veel patiënten krijgen tegenwoordig een maagzuurremmer voorgeschreven, al spreekt men tegenwoordig liever van maagbeschermer. Omeprazol is zo’n veel voorgeschreven maagbeschermer. Maar wordt de maag eigenlijk wel echt beschermd door deze medicatie? Maagzuur heeft als functie om bacteriën en andere micro-organismen te doden die via de mond ons lichaam binnen komen. Maagzuur is onderdeel van onze afweer.

Daarnaast heeft het zuur van maagzuur de functie om eiwitten die in onze voeding aanwezig zijn te verweken, zodat het enzym protease hierop gemakkelijk kan inwerken. Zo kan in de maag de eiwitvertering beginnen, zodat in de darmen dit voortgezet kan worden. Op het moment dat er te weinig maagzuur aanwezig is, door de maagzuurremmers, dan verloopt dit proces niet zoals het zou moeten. De darmen krijgen eiwitten doorgegeven die nog onvoldoende klein gemaakt zijn. Met als gevolg dat de darmen extra hard moeten werken om deze alsnog zo klein te maken, dat ze als aminozuren opgenomen kunnen worden via de darmwand. Het is de vraag of dit voldoende kan gebeuren, want naast de eiwitvertering zijn de darmen ook deels verantwoordelijk voor de vertering van de koolhydraten en volledig van de vetten.

Maagzuurremmers zoals protonpomp-inhibitoren (PPI’s) remmen de maagzuurafgifte en worden ingezet na diagnose van bijvoorbeeld gastritis, maagzweer, maagbreuk of reflux-oesophagitis. Ook na bepaalde chirurgie wordt een periode van maagzuurremmers ingelast, bijvoorbeeld na het plaatsen van een maagband. Het is helaas zo dat ‘maagbeschermers’ in de meeste gevallen onderdeel zijn van het reguliere protocol. Krijgt iemand medicatie, dan wordt hier automatisch een maagzuurremmer bijgezet. Patiënten worden niet eerst in de gaten gehouden of ze klachten ondervinden, helaas is het inmiddels een standaard geworden.

Ik zie in mijn praktijk dat er regulier al snel bij klachten van de spijsvertering, als eerste de maagzuurremmers ingezet worden. Pas als deze onvoldoende helpen wordt verder gekeken. Terwijl klachten van de spijsvertering zelden samenhangen met een teveel aan maagzuur. Veel klachten die toegeschreven worden aan een teveel aan maagzuur kunnen eveneens toegeschreven worden aan een tekort aan maagzuur.

Want alhoewel ze comfort bieden aan de patiënt, zijn er ook nadelen verbonden aan vooral het chronisch gebruik van maagzuurremmers. Verschillende studies hebben aangetoond dat langdurige maagzuurremming tekorten aan magnesium, calcium, zink, kalium, ijzer en vitamine B12 kunnen veroorzaken. In het maagzuur is een belangrijke factor aanwezig, de zogenaamde instrinctic factor. Dit is een belangrijke factor die we nodig hebben om vitamine B12 op te nemen via de darmwand. Zonder deze factor is geen vitamine B12 opname mogelijk. Vitamine B12 heeft o.a. een belangrijke functie bij de vorming van rode bloedcellen en het erfelijke materiaal (DNA), daarnaast zorgt het voor een goede werking van het zenuwstelsel en werkt B12 samen met andere vitaminen om het risico van hart- en vaatziekten te verminderen.

De bijsluiter van maagzuurremmers werden aangepast vanwege deze bijwerkingen en vermeldt o.a. dat een tekort aan magnesium kan optreden bij gebruik langer dan 3 maanden. Ook de lijst van gerapporteerde ziektes, als gevolg van toenemende tekorten, groeit verder aan zoals een hoger risico op fracturen, osteoporose, hart- en vaatziekten en nierproblemen.

Op het gebied van de stofwisseling kunnen PPI’s enerzijds een ernstig magnesiumtekort veroorzaken door een verminderde darm-absorbtie van magnesium met mogelijk een trage schildklierfunctie tot gevolg. Anderzijds kan er aantasting ontstaan ter hoogte van TRPM6/7- transporters op de enterocyten (specifieke darmcellen) en niercellen omwille van een daling van de lokale concentratie van protonen door de behandeling met PPI’s. Het gebruik van maagzuurremmers is dus zeker niet een kwestie van: ‘baat het niet dan schaadt het niet’.

Magnesiumspiegels meten is in de praktijk niet vanzelfsprekend en vaak niet nuttig: magnesiumbepaling in het bloed (serum) is namelijk een slechte voorspeller van de totale magnesiumvoorraad in het lichaam. Het is aan te raden om alert te zijn op symptomen die kunnen wijzen op een (ernstig) tekort aan magnesium.

Een tekort aan magnesium laat zich blijken door o.a.:

  • Vermoeid zijn en een gebrek aan energie
  • Gevoeliger raken voor stress
  • Onwillekeurige spiertrekkingen (o.a trillend ooglid)
  • Spierkrampen
  • Koude handen of voeten
  • Tandenknarsen
  • Verwardheid
  • Duizeligheid
  • Hartritmestoornissen
  • Convulsies

Bij de behandeling van de getroffen patiënten verbeterd een tekort aan magnesium na toediening van magnesium-supplementen en/of een onderbreking van de behandeling met PPI’s. Bij het kiezen van magnesium is het belangrijk te kiezen voor een organisch magnesiumzout zoals magnesiumglycerofosfaat omwille van de hoge opneembaarheid en goede tolerantie door het lichaam. Denk ook aan aanvullende supplementen zoals B-vitamines, taurine en vitamine D, die samenwerken met magnesium. Zodoende kunnen tekorten zo snel als mogelijk worden aangevuld.

Natuurgeneeskundig gezien kan er veel gedaan worden om de maag op een natuurlijke manier te ondersteunen. Kruiden die veel slijmstoffen bevatten leggen een filmlaagje over de slijmvliezen van het gehele spijsverteringskanaal, om zodoende de slijmvliezen te beschermen. Wil je meer weten over hoe je op een natuurlijke manier je gezondheid kunt ondersteunen, of heb je vragen over supplementen? Neem gerust contact op met de praktijk.