Het consult wordt niet vergoed. Homeopathische middelen en de EsTeck-scan zijn inbegrepen bij het consult. Orthomoleculaire middelen en onderzoeken zoals; ontlastingsonderzoek, lactose-intolerantie test, parasietentest en haaranalyse door het laboratorium worden ook niet vergoed en zijn voor eigen rekening.

De therapeut is aangesloten bij de beroepsvereniging NWP.

Jij en de therapeut werken samen aan hervinden en behouden van jouw gezondheid. Soms kunnen complexe klachten verrassend snel verbeteren, soms duurt het langer voordat de onderliggende oorzaken gevonden zijn. Wat medebepalend is, is of je zelf bereid bent om aan het probleem te werken. Na het intakegesprek wordt een schatting gemaakt van de behandelduur.

Mocht blijken dat je bij Praktijk Jan Thiel geen vooruitgang boekt in jouw helingsproces, dan wordt er voor jou gekeken of je bij een andere behandelmethode meer gebaat bent. Er wordt, samen met jou naar een oplossing gezocht. De praktijk werkt samen met een netwerk van therapeuten en je kan eventueel doorgestuurd worden naar een behandelaar die aansluit op jouw specifieke behoefte.

Ja, de therapeut heeft twee opleidingen op HBO-niveau gevolgd, te weten Natuurgeneeskunde en Klassieke Homeopathie en is aangesloten bij de NWP beroepsvereniging; dit staat voor een keurmerk van kwaliteit. Tevens wordt er jaarlijks verplichte bijscholing gevolgd om up-to-date te blijven.

Gliadine vormt samen met glutenine het eiwit gluten. Dit graaneiwit komt voor in bijvoorbeeld tarwe, rogge, gerst, haver en spelt. Deze eiwitten hebben een beschadigend effect op het slijmvlies van de darmwand. Voedsel wordt door de darmen niet meer goed verteerd of opgenomen waardoor (vage) klachten kunnen ontstaan. Dit hoeft niet gepaard te gaan met pijnklachten of stoelgangproblemen. De ene persoon verdraagt gluten beter dan de andere, maar bij iedereen is het verwerken van gluten een zware taak voor de darmen. Wanneer men stopt met het eten van gluten, merken veel mensen een verbetering in het klachtenpatroon van bijvoorbeeld auto-immuunsprocessen. Het is mogelijk om de darmwand te ondersteunen bij herstel met supplementen. Op verzoek krijg je, tijdens het eerste consult, een lijst mee van producten die gluten bevatten en met welke producten je deze kunt vervangen.

Superfood is een naam die gegeven wordt aan natuurlijke producten die een hoge concentratie voedingsstoffen bevatten. Superfood is uitzonderlijk rijk aan vitaminen, mineralen, aminozuren en antioxidanten. Deze bouwstenen zijn onmisbaar in het behouden van een optimale gezondheid. Doordat groenten en fruit onrijp geoogst worden, bespoten zijn met pesticiden en op verarmde landbouwgrond verbouwd worden, is de hoeveelheid voedingsstoffen in deze verse producten sterk afgenomen in de loop der jaren. Superfood stelt ons in staat om alle belangrijke nutriënten via onze voeding binnen te krijgen. Superfood is overigens niet nieuw en het gaat vaak om voedingsmiddelen die elders ter wereld al eeuwen gebruikt worden, maar nog niet zo bekend waren in Nederland.

Bètacaroteen wordt door de lever omgezet in vitamine A. Deze vitamine speelt een rol in de vorming van epitheelweefsel zoals huid, hoornvlies en slijmvlies. Het is belangrijk voor groei, vorming van botweefsel en het immuunsysteem. Vitamine A is schadelijk in hoge doses. Geadviseerd wordt om maximaal 1000 mg per dag te suppleren. Van belang is dat men dan ook voldoende vitamine D en E binnenkrijgt. Een bron van vitamine A is, onder andere, levertraan.

Deze vitamine speelt een rol bij de koolhydraatstofwisseling, zonder B vitaminen zijn bepaalde chemische reacties in het lichaam niet mogelijk waardoor de energiehuishouding en de vorming van lichaamseiwitten verstoord raken. Er kunnen dan neurologische stoornissen ontstaan.

Dit is als co-enzym betrokken bij de omzetting van koolhydraten en eiwitten; is van belang bij groei; een gezonde huid, haar en nagels. Het ondersteunt de energieproductie, is nodig voor het vormen van rode bloedcellen en voor het reguleren van de voortplanting inclusief de regulering van de schildklieractiviteit. Geadviseerd wordt om maximaal 10 mg per dag te suppleren.

Dit is van belang bij regeneratie van huid, spieren, zenuwen en DNA. Zonder dit vitamine kan er geen goede stofwisseling bestaan. Niacine heeft een antioxidatieve werking en neemt aan vele enzymatische processen deel. Het werkt ontnuchterend bij alcoholgebruik. Het wordt opgeslagen in de lever. Natuurlijke bronnen van niacine zijn: o.a gedroogde pruimen, vijgen en dadels. Geadviseerd wordt om maximaal 70 mg per dag te suppleren.

Dit maakt deel uit van co-enzym A en speelt een cruciale rol bij het metabolisme. Omdat vitamine B5 in zoveel verschillende voedingsmiddelen voorkomt, treedt een tekort bijna nooit op. Indien er zich toch een tekort aan vitamine B5 voordoet, dan is er vaak ook aan andere vitamines uit de B-groep een tekort. Dit kan leiden tot moeheid, slaapproblemen, depressies, ongevoelige of pijnlijke spieren, haarverlies, immuunzwakte en buikpijn. B5 is noodzakelijk voor het evenwichtig functioneren van de bijnieren. Geadviseerd wordt om maximaal 130 mg per dag te suppleren.

Dit is als co-enzym betrokken bij de opbouw van eiwitten uit aminozuren en is onder andere van belang tijdens de zwangerschap. Het werkt urine uitdrijvend, speelt een rol bij de omzetting van tryptofaan in vitamine D3, noodzakelijk bij de aanmaak van rode bloedcellen en voedt het CZS. B6 mag niet te hoog en te lang gesuppleerd worden.

Dit speelt een rol bij de celdeling en daarom van belang bij snelle weefselgroei zoals bij de groei van een embryo, foetus of baby. Tevens van belang bij de vorming van DNA en RNA. De mens kan zelf geen foliumzuur produceren en is voor de aanvoer afhankelijk van bronnen zoals voeding of voedingssupplementen. Natuurlijke bronnen van B11 zijn: citrusvruchten, biergist, peulvruchten en noten. Geadviseerd wordt om maximaal 400 mcg per dag te suppleren.

Dit wordt vaak aanbevolen aan vegetariërs omdat het enkel in dierlijke voeding voorkomt. Zij kunnen daarom een risico lopen op een tekort aan B12. Een tekort kan vele klachten tot gevolg hebben zoals; bloedarmoede, falende afweer, verlaagde vruchtbaarheid, allergieën en vermoeidheidsklachten. Bij een suppletie van B12 moet er een vrij snelle verbetering van de klachten optreden anders is er geen sprake van een B12 tekort. De gewenste reactie op inname van B12 is een 'energiespurt'. Geadviseerd wordt om maximaal 100 mcg per dag te suppleren. Er bestaat ook een vorm van B12 met als hoofdingrediënt: cyanocopalamine, deze variant kun je beter niet nemen. Let bij aanschaf goed op dat je methylcobalamine koopt.

Er wordt onderzoek gedaan naar de medicinale werking van B17 bij (preventie van) kanker. B17 komt voor in de pitten van steenvruchten zoals abrikozen, pruimen en kersen. Ook bittere amandelen bevatten B17. Mag niet in hoge doses ingenomen worden, maximaal 5 pitten per dag, over de dag verspreid.

Vitamine C is onder andere belangrijk voor de vorming van bot- en bindweefsel en stimuleert de witte bloedcellen in hun antibacteriële werking. Kamu Kamu-extract is de enige natuurlijke vitamine C in suppletievorm. De overige zijn van synthetische oorsprong. Oraal suppleren kan in tablet of als poeder gemengd met water of een smoothie. Geadviseerd wordt om maximaal 1000 mg per dag te suppleren. Natriumascorbaat is een vorm van vitamine C die kan worden toegediend door middel van een infuus en het geeft een zeer snelle verbetering bij griep. Tevens kunnen overige (chronische) klachten significant verbeteren bij deze infuusbehandeling. In Praktijk Oud Zuid wordt niet gewerkt met een infuusbehandeling, maar is het mogelijk om informatie te krijgen en kan je doorverwezen worden. Een hierin gespecialiseerd centrum zal bepalen of er bij jou een indicatie is voor deze behandeling.

Dit is de plantaardige vorm van vitamine D. Van belang bij de botstofwisseling. Vitamine D2 wordt gevormd in de huid onder invloed van zonlicht. Talg in de huid bevat cholesterol en dat is nodig voor het aanmaken van vitamine D. Mensen met overgewicht hebben meer vitamine D nodig. Vitamine D regelt, onder andere, de resorptie en uitscheiding van calcium en fosfaat. Vitamine A en D zijn nodig om eiwitten te metaboliseren. Bronnen van ergosterol zijn; spirulina, in het wild geoogste paddestoelen (gebruind door UV-B) en chlorella, het lichaam zet het om in ergocalciferol. Dit zijn de enige niet-dierlijke bronnen van vitamine D en belangrijk voor veganisten.

Dit is de dierlijke vorm van vitamine D. Het wordt gevormd in de huid onder invloed van zonlicht. Talg in de huid bevat cholesterol en dat is nodig voor het aanmaken van vitamine D. Er bestaan D1 t/m D5, maar D2 en D3 zijn de doorgaans geprefereerde vormen van suppletie. Teveel vitamine D3 veroorzaakt calcificatie van de organen daarom is het van belang om tevens vitamine K2 te suppleren om calcificatie tegen te gaan. Goede bronnen van D3 zijn vette koudwatervissen zoals; paling, haring, zalm, tonijn, makreel en sardines. Tevens eidooiers en visoliecapsules. Bij te weinig vitamine D ontstaat er vermindering van de werking van het immuunsysteem. Er zijn daglichttherapie-lampen in de handel en ook speciale spiraallampen (zonder kap) die aanbevolen worden om een winterdepressie of herfstdip te kunnen opvangen. Deze lampen zorgen ervoor dat je genoeg vitamine D blijft aanmaken bij gebrek aan zonlicht. Tip: Niet direct gaan douchen met zeep na het zonnen, dan spoel je de vitamine D weg. Met water spoelen is prima.

Dit is een antioxidant en beschermt de celmembranen tegen oxidatie. In celmembranen zitten onverzadigde vetzuren en vitamine E helpt vitamine A geresorbeerd te worden. Belangrijke bronnen van vitamine E zijn; tarwekiemolie, koolzaadolie, kokosolie, lijnzaadolie, palmpitolie, druivenzaadolie en bladgroenten. Geadviseerd wordt om maximaal 150 mg per dag te suppleren.

Dit speelt een rol bij de bloedstolling en wordt gemaakt door bacteriën in de darmen. Een tekort aan vitamine K leidt tot een vertraagde bloedstolling en kan bloedingen tot gevolg hebben. Een vitamine K-tekort is zeldzaam en komt voornamelijk voor bij pasgeboren baby’s (met name wanneer de navelstreng te snel wordt doorgeknipt), mensen met een ernstige opnamestoornis en patiënten die langdurig antibiotica hebben geslikt. Omdat vitamine K een belangrijke rol speelt in de bloedstolling moeten patiënten die orale anti-stollingsmiddelen of bloedverdunners gebruiken, zeer goed opletten hoeveel vitamine K ze binnenkrijgen. Dit kan van cruciaal belang zijn. Zij kunnen het beste contact opnemen met hun huisarts.

Een antioxidant is in staat om een vrije radicaal te neutraliseren. Vrije radicalen zijn een schadelijk soort molecuulfragmenten en betrokken bij celveroudering en DNA beschadiging. Ernstige vormen van DNA beschadigingen leiden tot celmutaties en zouden op den duur kanker kunnen veroorzaken. Chronische ontstekingen veroorzaken teveel vrije radicalen, maar roken en alcoholgebruik doen dit ook. Voor voedingsmiddelen die veel antioxidanten bevatten, geldt; hoe donkerder het brood, groenten, fruit, honing en paddestoelen, hoe meer antioxidanten erin zitten.

E-nummers zijn toevoegingen in bewerkte voedingsmiddelen die geen energetische voedingswaarde hebben. Het wordt voornamelijk toegevoegd om voedsel smaak te geven, een frisser uiterlijk te geven of langer houdbaar te maken.

E100- E180: kleurstoffen
E200- E250: conserveermiddelen
E260- E297: voedingszuren
E300- E321: antioxidanten
E322- E385: emulgatoren, stabilisatoren, geleermiddelen en verdikkingsmiddelen
E420- E421: zoetstoffen
E500- E585: zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen
E620- E650: smaakversterkers
E900- E914: glansmiddelen en antischuimmiddelen
E920- E925: meelverbeteraars
E938- E948: verpakkingsgassen
E950- E967: zoetstoffen
E990- en verder: andere stoffen

Candida Albicans is een eencellige schimmel die leeft in het maag-darmstelsel. Als de afweer van het lichaam niet afdoende sterk is of veelvuldig antibioticagebruik heeft doorstaan, dan bestaat de mogelijkheid tot overgroei van deze schimmel en wordt het natuurlijk evenwicht in de darmen verstoord. Dan spreekt men van Candidiasis. Schimmels kunnen geen organische stoffen produceren, maar leven ervan. Schimmels leven van zieke en dode materie (weefsels). Er moet eerst zieke of dode materie zijn, wil een schimmel het kunnen verteren. Candidiasis-symptomen kunnen talrijk zijn, veelvoorkomende zijn; maag- en darmklachten, spruw, overmatige vaginale afscheiding, vaginale jeuk en verminderde energie. De behandeling ervan bestaat uit een aangepast voedingspatroon en gebruik van natuurlijke therapeutische middelen om de overgroei van schimmels terug te dringen. Het optimaliseren van de darmflora is hierbij van groot belang.

Het lichaam is continu bezig een gezonde staat (homeostase) te bewaren waarin alle functies van het lichaam optimaal kunnen plaatsvinden. Als het lichaam vaak met verzurende factoren te maken krijgt, worden mineralen gebruikt uit onze voeding om de verzuring te neutraliseren. Zo wordt de zuurbalans weer hersteld. Deze mineralen kunnen dan niet gebruikt worden als bouwstoffen voor de weefsels, wat wel de bedoeling is. Ook kunnen mineralen, bijvoorbeeld calcium uit de botten onttrokken worden. Dit kan osteoporose veroorzaken, maar ook chronische ziekten. Verzuring slaat zich op tussen de cellen en gaat knagen aan de zwakste schakel in uw lichaam, bijvoorbeeld organen. Als de cel verzuurt, dan loopt men risico op vatbaarheid voor infectie en ziektes. Zuren zijn bijtend. pH7 is neutraal, het lichaam wil graag iets boven de pH7 zitten. Oorzaken van verzuring kunnen zijn:

» Voeding die je lichaam belast in plaats van voedt
» Stress, roken en alcohol
» Contaminanten uit de natuur
» Overmatig sporten

DNA is als een bibliotheek in de cellen waarin al onze erfelijke eigenschappen opgeslagen liggen. Een eiwit op het DNA bepaalt of een enzym wel of niet geactiveerd wordt. Dat wil zeggen; of een gen aan of uitgeschakeld wordt. De omgeving van onze cellen bepaalt voor het grootste deel hoe de cellen zich gedragen. Bijvoorbeeld: de spiercel of de zenuwcel ontstaat uit de stamcel, omdat de omgeving dat bepaalt! Fouten in het DNA komen relatief niet zo vaak voor als gedacht. Wetenschappers in de epigenetica beginnen te ontdekken dat omgevingsfactoren en leefomstandigheden voor een deel kunnen bepalen of we ziek worden of niet en dat is goed nieuws! Dat betekent dat we niet overgeleverd zijn aan onze erfelijke genetische aanleg, maar zelf in een bepaalde mate invloed kunnen hebben op het gedrag van ons erfelijk materiaal. Veel van het onderzoek in de epigenetica is nieuw en sommige conclusies zijn daarom gebaseerd op dieronderzoek en hoeven niet voor mensen te gelden. Maar alles bijeengenomen is de draagwijdte ervan ingrijpend. Het bevestigt de hypothese dat de aan- en uit-schakelaars voor de expressie van genen wordt bepaald door omgevingsfactoren. Dit wil uiteraard niet zeggen dat ziek worden een kwestie is van eigen schuld en genieten van een patatje op z'n tijd moet kunnen. Zelf verantwoordelijkheid nemen voor je gezondheid is, desalniettemin een wijs besluit.